Dinsdag 2 juli 2013
Het is de bedoeling dat ik dagvlinders tel op mijn vlinderroute, maar die zie ik niet veel.
Een wollig gitje heeft ook al zoveel haar op het oog.
Eerst dacht ik dat er een wollige sneeuwbal bij het oude stationnetje stond, maar dat is het niet, ik weet nu niet welke Viburnum het wel is, daar zijn ook zo veel soorten van.
Er zijn meer nachtvlinders dan dagvlinders actief. De lichte daguil is heel zeldzaam, hij vliegt door het hek en ik houd precies in de gaten waar hij ongeveer moet zitten, want als ik om het hek moet lopen dan ben ik hem natuurlijk kwijt als ik het niet meer weet. Ik heb hartstikke mazzel want hij zit daar nog en hij is nog hartstikke zeldzaam ook.
Typische houding van een uilensoort. Ik heb nog meer mazzel dat hij zit te drinken ook, anders krijg je hem vliegend niet op de foto.
Vlakbij zit een stompvleugelgrasuil stilletjes op een blad.
Een rups van een sintjansvlinder is bezig zich te verpoppen.
Dus wordt het hulsje van zijde gesponnen.
Ondertussen vliegen er al heel wat imago’s van de sintjansvlinder.
Typisch dat ook de rups van de sintjacobsvlinder ook geel/zwart is, net als de sintjansvlinder en allebei zijn ze als imago rood/zwart.
De gewone citroenzweefvlieg blijft vaak wel poseren.
Een harige rups (onbekend) zit in de reseda.
Close up van het masker van het resedamaskerbijtje.
Resedamaskerbijtjes zijn vrij klein.