Maandag 17 oktober 2016
Voordat de excursie begint bij het Kennemermeer laat ik de mensen het roesje zien. Later in de middag zet ik hem in een bunker.

We nemen vandaag de westbaan eerst en we staan verbaasd dat er zo’n grote plek met zee-asters is.

De hommel heeft nog wat te snoepen van de rode klaver.

We hebben al een paar zwartwordende wasplaten gezien, later vinden we nog grotere.

Uitgebloeide parnassia’s.

Op weg naar de koffie vindt iemand nog een duinstinkzwam.

De pijpenlegger Audacia ligt voor onderhoud in de haven. Op de foto lijkt het net alsof de voorkant helemaal over de haven hangt.

Het bloeiende gedeelte van de zeewolfsmelk is licht gekleurd.

Het is een vrij bijzondere plant, ook al zien we hem hier veel.

Bij het koffiedrinken komen de musjes op Giel zijn hand zitten.

Ze krijgen koekjes.

Een baasje en een onderdanig typje.

Zo mooi dichtbij krijg je niet veel wilde vogels.

Het zijn niet alleen maar mooie dingen die je op het strand vindt. De wadpier lag op het strand en als Giel hem oppakt komen de darmen naar buiten, gatsie.

Bijna volle maan over het kanaal.