Zondag 11 augustus 2024
Ook Sieneke wil die rups van de wolfsmelkpijlstaart zien. Eerst doen we een bakkie koffie hier thuis en dan op de fiets naar het strand. Dit keer vinden we op dezelfde plek een groene rups, dat vindt Sieneke ook fantastisch en na nog eens goed zoeken verderop vinden we nog een rode.
De strandmelde bloeit, zo apart.
Een nestje met net uitgekomen eitjes van de bruingemarmerde schildwants (volgens een kenner van waarneming).
Op het strand ligt al vaker tweetandzeedraad, hier op een sok gefotografeerd.
Het is niet druk op het strand. Goede verhouding mensen en vogels. Sterns en meeuwen op het strand en in de lucht.
Geweldige kleur heeft deze tapijtschelp aan de binnenkant.
Na wat gegeten te hebben bij Makai ga ik de pier op.
Bij het eerste vuurtorentje van de pier komen net heel veel spreeuwen aan vliegen. Op de foto tel ik er wel een stuk of 230, jonge en oudere.
Een kanoet tussen de meeuwen.
Een steenloper die de schuimvlokken van de golven om zijn oren krijgt.
Een jonge kwikstaart bij de jachthaven.
Categorie archieven: Vlinders
Kransmuur
Citroenzweefvlieg
Rups groot koolwitje
Rups wolfsmelkpijlstaart
Dinsdag 6 augustus 2024
Met Barbara heb ik afgesproken dat ik haar op zou wachten op de parkeerplaats vóór het Kennemermeer. We gaan op zoek naar de rups van de wolfsmelkpijlstaart en maken er gelijk een dagje uit van. We lopen eerst langs de jachthaven waar bijzondere planten staan zoals zeevenkel.
Omdat we weten waar we zoeken moeten naar de rups hebben we hem al snel gevonden.
Daarbij heeft Barbara een foto van mij in actie genomen.
We lunchen bij Makai, maar daar is het wel erg druk.
Daarna gaan we naar het Kennemermeer omdat Barbara dat een topgebied vindt. Een imago sikkelsprinkhaan heeft enorme lange vleugels, waarbij de achtervleugel langer is dan de voorvleugel.
Nog een diksprietblindwants bij de uitgang.
En een spitskopje met enorme antennes.
Bijzondere peen
Maandag 5 augustus 2024
Een drukke excursie vandaag bij het NME in Haarlem. Het is ook heerlijk weer. We vinden een paar larven van de schildpadtor. De anus zit achter bovenop het lijf, daardoor kan hij de poep op het lijf schuiven als camouflage.
Dat zie je hier, bij deze stinkerd, hihi.
De artisjok komt uit het Middellandse zeegebied.
Normaal zie je bij peen 1 rood bloemetje in het midden, dit is wel heel apart.
Een huisjesslak in een peenhuisje.
Dit heb ik eerder gezien bij het Kennemermeer en vermoedde dat het een schimmel was. Het is een nestje van een strekspin.
De paardenbijters zijn goed te fotograferen.
Ik ben dol op een kaardenbol.
Tamme kastanje met vruchten en mannelijke bloemen.
Deze rozenbottels zijn niet van de egelantier.
Kleine kaardenbol.
Hangende tuin met doorgroeide duizendknoop op de voorgrond.
’s Middags ga ik vlinders tellen bij het Kennemermeer. Voordat ik begin toch even kijken bij het parkeerhok waar een purperen stipspanner op het raam zit.
Ik ben al bij sectie 3 in het zuiden waar ook moeraszoutgras staat. Ik weet het nu op meerdere plekken te staan.
Met die donkere stipjes denk ik gelijk aan de struiksprinkhaan. Het blijkt een nimf van de sikkelsprinkhaan, daar had ik niet zo gauw aan gedacht.
Moerasspirea in volle bloei.
Die ogen van de duindoornboorvlieg, net zo leuk als de vleugels.
Strabrechtse heide
Zaterdag 3 augustus 2024
Met de trein op weg naar de Strabrechtse heide. In Heeze loop ik verkeerd, daar kom ik toevallig langs een parkje met Gelderse roos waarvan het blad bijna helemaal opgevreten is. Dat doen de larven van het sneeuwbalhaantje en er komen nog veel meer larven aan.
Door op mijn telefoon te kijken welke kant ik op moet loop ik nu wel goed en kom langs kasteel Heeze, met een gracht er omheen.
Grappig: niet ‘dank je de koekoek’, maar ‘bankje de koekoek’.
Hier en daar tafels met gedichten.
Oranje zandoogjes vliegen daar wel (bij ons niet).
Lieve bloemetjes van struikheide.
Schitterend toefje dopheide.
Wel veel meer water dan 6 jaar geleden toen alles droog stond. Ik kom enkele groene kikkers tegen.
Europese hanenpoot.
Hier vliegen net zo goed vuurlibellen.
De grote zilverreiger wil het overzicht houden vanaf een boom.
Nog volop heidevlinders hier.
Het is al half 3, even 5 minuten pauze voor een broodje.
Heb ik het toch goed gezien bij het oranje zandoogje, dat er ook een oogje zit op de achtervleugel.
Het regenwater heeft wel meer kleur gebracht in het landschap.
Bij het Waschven staat rode schijnspurrie, dat vind ik leuk.
Struikheide staat vol in bloei, zelfs op het kale stuk.
En grote velden met struikheide.
Hier en daar een afslag, maar niet veel.
Grote zilverreigers.
Maar ik heb ook een lepelaar en kleine zilverreiger gezien achter de plas.
Ik wil naar het station van Geldrop, dat is een eind lopen door het stadje en nogal ingewikkeld. Mensen raden me aan om de rechte weg naar Heeze te nemen. Onderweg nog roodgerande houtzwammen gezien.
En weer terug in de buurt van Heeze bij de Kleine Dommel vlogen best veel weidebeekjuffers, de groene zijn de vrouwtjes.
De blauwe de mannetjes.
Ik kon geen kortere route lopen omdat er geen afslagen waren en heb maar liefst 25 km gelopen, waarvan het laatste stukje zelfs wat hard gelopen om de trein te halen, want die ging maar 1x per uur (wel gelukt). Wat was dat genieten vandaag.
Paddenrus
Grijskruid
Duinvilla
Maandag 29 juli 2024
Lekker vlinderweer met 25 graden en weinig wind. Dus weer tijd om vlinders te tellen bij het Kennemermeer. Opvallend is de kleine moeraswapenvlieg op de peen.
Er staan veel wilgen hier, maar wat is nou de een en wat de ander. Deze katwilg is herkenbaar aan de lange smalle bladeren.
Ik vind stippelzegge en dat is heel zeldzaam, niet in het zuidelijke deel, maar bij sectie 12.
Op peen zie ik een rietkruisspin en als ik die fotografeer komt er uit het nestje het vrouwtje tevoorschijn.
Dit jaar veel vrouwtjes sabelsprinkhaandoders gezien. Dit keer een mannetje die geen rode poten heeft, maar wel veel meer haar.
Op sectie 2 is nog kaal zand waar een spieswesp op landt.
Rare naam voor een insectie, deze heet echt duinvilla.
Lijkt op de hottentottenvilla, maar de duinvilla is een insect van de duinstreek.
Een grote bloedbij gaat van holletje naar holletje om te kijken of er nog eitjes zijn van de zijdebij, die eet ze op en legt dan zelf een eitje in het nest waar al gezorgd is voor voedsel. Vandaar dat het een koekoeksbij is.
De oranje agaatspanner kom ik vaker tegen.
Toch 75 vlinders geteld als ik het gebied verlaat. Bij mijn fiets zijn heel veel mantelmeeuwen. Een ervan heeft een ring die ik uit kan lezen. Deze is geringd op Forteiland en dit is de eerste keer dat deze gemeld wordt buiten Forteiland.
Bloeiers
Donderdag 25 juli 2024
Iemand dacht klein glidkruid gevonden te hebben bij het Kennemermeer en ik wil kijken of het klopt. Heel goed gezocht, tevergeefs, hij had zich vergist. Ondertussen let ik wel op alle planten en zie de zomprus bloeien.
Rode ogentroost.
En stijve ogentroost.
Bloeiende dwergzegge.
Kruipend stalkruid heb ik nog niet zo dichtbij bekeken, ook leuk.
Gevleugeld hertshooi heeft een bloem die lijkt op Sintjanskruid. Laatst liet Marja zien dat bij Sintjanskruid één kant van de gele blaadjes gekarteld is.
Dit zal wel een vrouwtje zijn van de Minettia-vlieg.
Om het eens te leren heb ik de platte en de tengere rus naast elkaar gefotografeerd.
Wolfspoot heeft schattige bloemetjes die als een krans om de stengel staan.
Een bont motmugje heeft echt een lekker bontje.
Helmkruidbij
Woensdag 24 juli 2024
Bij de Vossendel zijn er dit jaar heel weinig kleine koolwitjes, wel nog wat kleine geaderde witjes.
Ik tref het dat er een helmkruidbij op helmkruid komt zitten.
Bovendien zit er een donkere helmkruidbladschavertje op het helmkruid.
’s Avonds heb ik een parelmoermot in mijn tuin.
Kompasslauil
Dinsdag 23 juli 2024
Bij het stationnetje tel ik de rupsen van de kompasslauil, het zijn er 18!
Als ik me goed in de gele composieten verdiept kom ik er wel uit, zo uit mijn hoofd weet ik ze bijna nooit op naam te brengen. Dit is echt bitterkruid.
Kunstwerkje van de naalden van de grove den, met wat hars.
Het slangenkruid trekt altijd veel hommels.
Op de terugweg kijk ik nog eens goed of er ook eitjes van de kompasslauil te vinden zijn en inderdaad, hier zijn er 11 op 1 knop.
Rugstreeppad
Maandag 22 juli 2024
Voordat ik vlinders ga tellen bij het Kennemermeer kijk ik bij de waddenorchis of die in vrucht staat, want dan zou die bijna zwart moeten zijn, dat is hij niet. Op waarneming is hij ook niet goedgekeurd als waddenorchis, maar als handekenskruid.
Alleen op sectie 2 is nog een zandpad, de rest van het gebied is helemaal vol gegroeid. Op deze sectie staan veel blauwe zeedistels.
Op het zand landen steeds libellen, vliegen, wespen, zandloopkevers en een knopsprietje.
In de scherm van peen vind ik een rupsje van de bruidsmot.
Kleine rugstreeppadjes lopen voor mijn voeten.
Denk ik een heelblaadjespalpmot te hebben gefotografeerd is het een populierenspikkelpalpmot.
Een waterleliemot verwacht ik niet zo gauw hier, toch aanwezig.
Kleine parelmoervlinders
Zaterdag 20 juli 2024
Er zijn veel mensen geïnteresseerd in de insectenexcursie vandaag bij ‘t Wed, daarom zie ik niet alles wat de anderen zien, maar de parende kleine parelmoervlinders heb ik toch maar mooi gespot in een boompje. Later zien we er nog meer.
Marja zegt vaak bij excursies dat de gallen vernoemd worden naar het insect dat de gal veroorzaakt en dan pest ik haar vaak een beetje door te zeggen dat ananasgallen veroorzaakt worden door ananas.
Een heel klein beestje, het is ook nog maar een nimf van de miersikkelwants. Je kan het sikkeltje zien naar achter gebogen.
Het is behoorlijk warm weer en ik fiets door de duinen terug. Bij de Waterleidingweg staan echte wegdistels, met een lekkere kuif.
Rups daguil
Vrijdag 19 juli 2024
Familie van Nico wilde wel eens de planten bij het Kennemermeer bekijken. Het is er een prachtige dag voor. Ook heel gezellig. Leuk dat er een buurmeisje van mij van vroeger bij was. Op de heivlinderheuvel gaan we even picknicken en daar zie ik een rups op de peen. Het is een rups van de lichte daguil, niet erg algemeen.
Ze treffen het dat een vrouwtje vuurlibel mooi in het zicht zit.
Groot koolwitje
Duinkortkopje
Maandag 15 juli 2024
Met de excursie bij het Kennemermeer genieten we van de parnassia’s. Op een bloem zitten zelfs twee grote parelmotten.
Dat is een mooie combinatie: een sintjansvlinder op moeraszoutgras.
We hoeven niet echt op zoek naar scheerlingzaadgalmuggallen, hier zitten er veel op de peen.
Na de koffie ga ik de vlinders tellen. Timoteegras bloeit.
Kunstwerkje van peen.
Gewone koekoekshommel op duinkruiskruid.
Het vrouwtje van een vuurlibel lijkt wel van goud.
Op sectie 2 zijn er nog stukken met kaal zand en daar landen veel libellen en andere insecten, zoals de bastaardzandloopkever.
Het wantsje het duinkortkopje is vrij zeldzaam en komt dus alleen in de duinen voor.
Moerputten
Zaterdag 13 juli 2024
Ik heb eens een natuurfilmpje gezien met de brug van de Moerputten. Ik had het idee dat je over die brug kon lopen met het water naast je, dus de brug verdiept in het water. Dat leek me zo mooi, dus ik met de trein naar Den Bosch en daar een fiets gehuurd. In Den Bosch kom ik silo’s tegen met beschilderingen.
Ik rij verkeerd en kom voor de tweede keer langs de Brabanthallen. Toch de brug gevonden en naar het eind gelopen. Opvallend weinig vogels op het water, slechts 3 eenden gezien. De brug ligt niet in het water, maar ver erboven, beetje jammer.
Door het landschap loop ik terug naar de fiets. Het is intussen wat gaan regenen.
O, wow, hier is de pimpernelblauwtjeroute, hier moet ik eens terugkomen in de tijd dat het pimpernelblauwtje vliegt en het mooi weer is.
Met een landkaartje ben ik ook heel blij.
Zoveel wenkvliegjes op het riet met de waterdruppels.
Prachtig die vruchten van de hazelaar.
Hier bloeit dus de grote pimpernel.
Nog een stukje door een bos, omdat het dood loopt weer hetzelfde pad terug.
Met de fiets verder door landbouwgebieden. Op een schuur zitten heel veel spreeuwen, jong en oud.
Ik fiets een heel eind naar het noordwesten, kom niets bijzonders tegen en ben weer terug in Den Bosch. Langs het fietspad staat heel veel grote pimpernel.
Bitterzoet
Donderdag 11 juli 2024
Bij het vlinders tellen van het Kennemermeer moet ik me door een smal paadje wringen, daar staat bitterzoet die een heel uniek bloemetje heeft.
Het is weer tijd voor de zwartsprietdikkopjes.
Er is een dolfijn gespot in het Noordzeekanaal. ’s Avonds ga ik kijken of ik hem kan zien. Geen dolfijn, wel kleurige wolken.
Sprinkhanen
Dinsdag 9 juli 2024
De vliegende mieren zijn weer actief in mijn tuin, eentje zal het niet overleven, die is gegrepen door een sectorvensterspin.
Bij de Vossendel zien Nico S. en ik weer een aantal koevinkjes.
Ook een vrouwtje keizersmantel zit op duinkruiskruid.
Er zijn veel soorten kortschildkevers, met rode poten ken ik nog niet.
De oranje aaskever is me wel bekend.
Ik kom langs het weiland waar veel koniks staan, ik zou er tussendoor moeten lopen als ze er nog staan nadat ik de eerste 3 secties heb geteld. Maar als ik daar aankom zijn ze verdwenen. Vandaag 83 dagvlinders toch nog geteld en heel veel sintjansvlinders.
Sectie 19 is het stukje van de sprinkhanen, zoals het kleine knopsprietje.
Vooral veel blauwvleugelsprinkhanen zijn hier actief en ik zie verschillende nimfen, die met die korte vleugels.
Als ik een imago blauwvleugelsprinkhaan zie vliegen weet ik waar ze landen, anders zijn ze bijna niet te zien.
Zoveel meeuwen
Maandag 8 juli 2024
’s Morgens tel ik eerst de vlinders. Het is de bedoeling dat ik dagvlinders tel, helaas zijn die dik in de minderheid van de nachtvlinders: de gamma-uilen en klaverspanners. Op de peen zit een sluipwesp met een wit kontje: Aritranis director.
’s Middags schelpen tellen op het strand. Ach de helmkrab zit helemaal onder de pokken, pokkendingen.
Weer iets bijzonders: een poot van een Noorse kreeft.
De kleine heremietkreeft heeft een huisje van de gevlochten fuikhoren gevonden.
De foto is niet scherp, maar ik vind het heel apart dat er vier verschillende soorten vogels op staan: kokmeeuw, zwartkopmeeuw, dwergmeeuw, visdiefje en erachter nog een jonge kokmeeuw.
Af en toe vliegt de hele groep op.
In een poeltje bij de pier ontdekken we een vijfdradige meun.
Als je goed kijkt zie je 2 koppies onder de stenen uitsteken van het dikkopje en over de linkse zwemt net nog een ander visje.
Duinparelmoervlinder
Zondag 7 juli 2024
Ik ben aan fietsen richting Vogelmeer en ik denk dat ik een kleine parelmoervlinder zie, die is niet bijzonder, toch evengoed op de foto gezet. Is het een duinparelmoervlinder, dus toch geluk gehad dat die op de foto staat.
Een paar meter verder staat een zwarte toorts aandacht te trekken.
Als ik verder wil over de Ezelweg zal ik toch door een halve meter water moeten fietsen, waarbij ik natuurlijk natte voeten krijg. Daar staat grote tijm en geel walstro bij elkaar, een fijne kleurencombinatie.
Wat toch overal een water! Dit is bij de Vogelweg.
Een paar gierzwaluwen vliegen over en weer.
Aan de andere kant van het fietspad bij de vogelhut staan duinviooltjes waar een mannetjesvink een beetje aan het rondscharrelen is.
Een onbekend vogeltje vliegt wat heen en weer, het is een grauwe vliegenvanger.
Wow, wat een kleur heeft de knikkende distel.
Die staat bij de vogelhut, die dus niet te bereiken is.
Ik fiets verder langs Parnassia. Wat hebben ze die huisjes mooi geschilderd. Een met een nachtegaal.
En even verderop een met de duinparelmoervlinder en parnassia.
Omdat ik niet weer door dat water wil fietsen ga ik langs de Zeeweg terug. Wat een toortsen staan daar zeg.
Wat leuk dat daar ook stinkende ballote staat, al een tijd niet meer gezien.
Hele velden met wit vetkruid.
Bij het Koevlak weer de duinen in waar de Schotse hooglanders van de struiken vreten. Lekker koppie heeft die lichte koe.
Kameleonbladroller
Donderdag 4 juli 2024
Op de wilgen van het Kennemermeer zitten vaak insecten, zoals deze oogvleksteilkopjes, wel goed kijken, want ze zijn ontzettend klein.
Nachtvlindertje lijkt een beetje op een vogelpoepje, het is het pinguintje.
De speerdistels staan in bloei.
Omdat ik dacht dat ik deze nachtvlinder niet eerder gezien had heb ik er een paar foto’s van gemaakt. Achteraf heb ik hem wel gezien, alleen met een andere tekeningen en ja, daar is het dan ook een kameleonbladroller voor, hihi.
Op de peen zit een duinkortkopje, een wants, en die is vrij zeldzaam.
Apart ook de nimf van een geoogde bodemwants.
Ook de kleine bretelrouwzwever is zeldzaam.
Mooie kleuren van de gehakkelde aurelia.
Gelukkig blijft de blauwe glazenmaker even hangen voor de foto.
Op de berk zit bladluis, ik denk Calaphis betulicola, een levendbarend soort.
De naam van de moertjes vergeet ik niet gauw.
Elzenhaantjes
Dinsdag 2 juli 2024
Met Nico S. loop ik de vlinderroute van de Vossendel door het bos, we hebben aardig wat koevinkjes gezien. Daarna ga ik met de andere secties verder. Op de eerste 3 secties zie ik maar één bruin zandoogje, of zou dat komen omdat ik op de insecten let op de elzen, zoals de elzenhaantjes?
In het water zwemmen bootjesmannetjes, altijd op hun rug.
Dan kom ik op het weiland waar maar liefst 34 sintjansvlinders op sectie 4 geteld worden.
In het gras zit een grote keizerlibel.