Maandag 22 mei 2023
Voordat ik vlinders ga tellen bij het Kennemermeer kijk ik op het parkeerterrein of het hondskruid er staat, die niet, wel ontdek ik daar in de buurt blauw walstro, weer een nieuw soort.
De speerdistel zit nog in de knop.
Bij sectie 16 kan ik nog net de ringelwikke terugvinden.
Ik wil me verdiepen in de grassen, maar o, wat is dat moeilijk. Dit zou glanshaver kunnen zijn.
Volgens mij heb ik de kleine ratelaar nu wel onder de knie. De bolle kelk is donkerder dan die van de grote ratelaar.
Dit is dus de grote ratelaar.
Op sectie 19 op de oostbaan staat zomaar één veenpluis.
Al die frutseltjes van dat bloeiende gras vind ik zo leuk. Dit is zachte dravik.
Mijn hemel, wat een lijf heeft die moeraskrabspin.
Slechts 5 dagvlinders geteld.