Maandag 19 september 2016
Heel veel planten zijn al uitgebloeid bij het Kennemermeer, maar de melkdistel staat er nog fris bij.
De gele composieten zijn niet zo makkelijk op naam te brengen. Soms brengen zaden meer duidelijkheid. In ieder geval is dit van de leeuwentand.
De KNNV-groep staat een heel tijdje te kijken hoe een groepje fitissen (of toch tjiftjaffen?) van de ene tak naar de andere vliegt.
Ik ben gek op zilt torkruid, uitgebloeid heb ik ze nog nooit gezien, gewoon nooit op gelet. Iemand komt er mee aan en nu ben ik helemaal verliefd op dit plantje, wat een schoonheid.
Er heerst verwarring over het geelhartje, ik denk dat het waterpunge is, totdat ik waterpunge vind en we het naast elkaar leggen, dan moet ik toch toegeven dat Marja geelhartje heeft gevonden. Ik dacht altijd dat geelhartje geen vertakkingen heeft, wel dus.
Na het koffiedrinken ga ik met Emmy de pier op. De kanoeten zitten nog op ongeveer dezelfde plek als vorige week. Nu zijn er steenlopers en drieteentjes er bij gekomen voor de gezelligheid.
Terug bij het begin van de pier zit een kleine strandloper, maar we denken allebei dat het een drieteentje is in zomerkleed. Later kom ik tot de ontdekking dat het een kleine strandloper is, weer een nieuw soort voor ons.
Terug naar huis fietsend kom ik deze groep spreeuwen tegen. Grappig zoals ze op het hek zitten.
Die laatste foto is echt een geweldige mooie foto Alie.
Dat geharrewar over die waterpunge en geelhartje is voor mij abracadabra!!!!
Wel leuk dat je er toch achter bent gekomen 😉